Tekeningen
De cartoons in de krant hebben altijd mijn aandacht. Ik vind het knap om met eenvoudig lijnenspel iets grappigs op papier te zetten waar de kijker een glimlach voor over heeft en waar schrijvers van artikelen duizenden woorden voor nodig hebben.
Spotprenten is niets nieuws. Stadhouders en koningen huurden toen al tekenaars in om politieke tegenstanders te tarten. Tekenaars stoppen vaak grappen in hun in hun werk. Rembrandt van Rijn, de beroemde schilder kijkt nu nog mee in zijn schilderijen. Hij schilderde zichzelf in diverse schilderijen. In de Nachtwacht kijkt hij over de schouder van een soldaat naar u. Alsof hij zeggen wil: ‘Heb ik u al eens eerder gezien voor mijn wereldberoemde werk?’
Ik heb er al drie keer voor gestaan en kijk dan ook altijd naar dat oog. Soms zou je zeggen dat hij op het punt van knipogen staat. Misschien naar dat meisje daar links van het midden in het licht. Tekenen is iets wat ik nauwelijks ken. Als ik dat kon ging ik spotprenten maken. Prenten waar nog heel lang over gesproken zou worden. Over Rembrandt worden nu nog dikke boeken geschreven. Arme ik, mijn stukjes worden maandelijks met het oud papier mee gegeven. Het draagt wel bij tot het voortbestaan van een muziekvereniging. Over vierhonderd jaar is dat papier vele malen hergebruikt. Ik doe dus toch iets nuttigs.
Meneer D.