Historie in vogelvlucht
Elderveld is historisch gezien nauw verbonden met het dorp Elden. Het Eldensche veld, zoals Elderveld op verschillende kadastrale en topografische kaarten wordt aangeduid, en haar omgeving is door de rivieren beheerst en herhaaldelijk veranderd. In de strijd tegen het water zijn in het landschap nog zichtbare tekenen - de dijken, kolken, het sluisje in de Kleidijk - te herkennen. Het was van oorsprong een agrarisch gebied, waarop het vee graasde, de boeren hooiden en fruitkwekers appels, peren en de bekende “Eldense blauwen” – pruimen en kersen kweekten. Ook werd in het verleden op bescheiden schaal tabaksteelt uitgeoefend. Enkele verspreide boerderijen in de weilanden en boomgaarden in ons ”Veld” benadrukten het agrarische karakter.
Het is bekend dat de Duitse kloosters Lorsch en Werden in de 9e eeuw bezittingen hadden rondom Elden. In het jaar 859 wordt Elden voor het eerst vermeld in een oorkonde van het klooster Werden bij Essen. Dijkdoorbraken hebben geleid tot nieuwe verkavelingen en gaven een uniforme richting aan de perceelsgrenzen in ons gebied, waarvan de sporen nu nog zichtbaar zijn.
Van 1813 tot 1816 was Elden onder burgemeester Willem Roodbeen een zelfstandige gemeente. Enkele jaren later (1817) kwam het dorp opnieuw onder het bestuur van de gemeente Elst.
In 1966 werd door stadsuitbreiding Elden en haar omgeving toegevoegd aan de gemeente Arnhem. De Eldenaren beschouwden de uitbreiding als een annexatie.
De weilanden en boomgaarden werden eind jaren ’60 bouwrijp gemaakt voor de aanleg van de nieuwe wijken. In 1973 betrokken de eerste bewoners de woningen in Elderveld-Zuid en Elderveld-Noord. Elderhof werd in 1977 opgeleverd.